Moest u ook zo lachen om de poeprel in de hupse huppelwereld van het ballet? Of heeft u dat nieuws gemist? Een Duitse choreograaf kreeg niet zo lang geleden een lelijke kritiek van een recensente en bij de eerstvolgende première zocht hij de critica in de pauze op en smeerde haar in met de nog warme keutels van zijn teckel. Vooral die teckel vind ik grappig. Dus geen pitbull, dobermann of valse herder, nee, een tuttige teckel. Inmiddels heeft ons eigen Nederlands Dans Theater (NDT) banden met deze gore choreograaf verbroken. Ze doen zijn laatste dansjes nog een paar maanden en dan is het klaar.
De vraag is nu: is dat zo? Gaat het NDT inderdaad geen sprongetje van deze poepmeneer meer uitvoeren of levert hij toch nog stiekem wat werkjes onder een andere naam? Gewoon omdat zijn collega’s het anders zielig voor hem vinden. En voor zijn teckel natuurlijk.
Ik kom hierop omdat ik nog zacht zit na te huiveren van het recente Heineken-verhaal. Hoe fout kan je zijn in een oorlog? Je kondigt met veel publicitaire bombarie aan dat je je terugtrekt uit het bloeddorstige Rusland dat via een knettergekke dictator meedogenloos tekeergaat bij de doodsbange buren en later blijkt dat je doodleuk stiekem verder handelde. Niet per ongeluk, maar welbewust. Zonder enige morele twijfel gooide Heineken 61 spiksplinternieuwe producten op de Russische markt. Terwijl ze de Oekraïners dagelijks zagen kreunen en creperen. Of heeft niemand bij Heineken televisie? Lezen ze geen kranten? En zitten ze ook niet op het internet? En hoe is het met hun gevoel? Of zien ze de drank als wapen? Die Russen zuipen graag en veel, dus je kan ze niet starnakel genoeg voeren. Eigenlijk moeten we Heineken dankbaar zijn. Ze strijden mee aan onze kant.
Dolf van den Brink, de ceo van Heineken, glunderde vorige week nog trots toen hij een winst van miljarden euro’s de wereld in mocht toeteren. Maar ik vrees dat hij volgend jaar een paar miljard minder moet murmelen. Als hij er inmiddels door de raad van commissarissen niet uit geflikkerd is. Hoewel? Die rvc wist natuurlijk ook alles. Iedereen wist het. Kortom: gewoon misdadigers! Gajes dat je uit de weg moet gaan. Dat bier willen we voorlopig niet meer in de koelkast. Uit solidariteit met Zelensky en zijn wanhopig vechtende volk. Alleen Thierry drinkt nog een heerlijk helder biertje. Die vindt het namelijk ook prima wat zijn held Poetin flikt.
Zal Dolf van den Brink net als Frans van Houten, de ex-topman van het bijna failliete Philips, een riante oprotbonus opeisen? En krijgt Dolf euro’s of roebels? Misschien wel liters.
Maar misschien vergis ik me en gaat Van Houten de vijfhonderdduizend euro’s verdelen onder de zesduizend onlangs ontslagen werknemers. Dan neem ik mijn woorden onmiddellijk terug.
Woorden terugnemen of zachter maken. De inhalige erven van Roald Dahl wilden dat flikken bij de grote schrijver op wiens lijkzak ze al jaren teren. En de foute uitgever werkte hier in eerste instantie graag aan mee. Misschien worden de Russische uitgaven sowieso gekuist. Ze hebben daar namelijk nogal tere zieltjes.
Gisteren ben ik meteen naar mijn notaris gegaan om ervoor te zorgen dat er na mijn dood niet aan mijn woorden gemorreld wordt. Door niemand. Een dikke nicht blijft een dikke nicht. En dan heb ik het niet over mijn nichtje, maar over een buurman. Of moet ik daar van maken: een corpulente meneer die graag met zijn moeder naar ballet gaat?
Kortom: iemand die zijn bonus uit de bedrijfskas pakt, terwijl die kas door zijn wanbeleid bijna leeg is, is gewoon een smerige graaier. En iemand die in een oorlogssituatie vrolijk verder handelt, is gewoon een collaborateur. Je mag hem ook een Sywert noemen. En van die woorden blijft iedereen af. Anders wordt mijn volgend jaar te verschijnen verzameld werk een angstig dun boekje van nog hooguit vijf bladzijden. De rest is dan door woke wauwelaars geschrapt. Hoe mijn verzameld werk gaat heten? Duidelijke taal! Gewoon poep smeren, maar dan met woorden!
Voormalige trots BV Nederland krijgt van alle kanten kritiek vanwege gemaakte superwinst
Het Britse olie- en gasbedrijf Shell, vorig jaar uit Nederland vertrokken, draaide in 2022 beter dan ooit: ruim 42 miljard dollar winst, twee keer zoveel als het jaar ervoor. En dat terwijl het concern te weinig doet om klimaatverandering tegen te gaan (volgens milieuclubs), te weinig belasting betaalt (volgens politici) en de prijzen aan de pomp te hoog houdt (volgens de gemiddelde automobilist). Waarom voelt het feit dat bedrijven als Shell, maar bijvoorbeeld ook de supermarktbranche, flink profiteren van de inflatie voor sommige mensen zo oneerlijk?
WILLEMIJN VAN BENTHEM EN MARTIJN KLERKS ’Obsceen’, ’hebzucht heeft een naam’, ’buitensporig’, de reacties op de winstcijfers van Shell op Twitter liegen er niet om.
Het bedrijf stond er al slecht op bij de milieulobby – activisten verstoorden vorig jaar de aandeelhoudersvergadering en protesteerden donderdag ter gelegenheid van de jaarcijfers op de stoep van het hoofdkantoor – maar nu lijkt Shell het ook bij Jan Modaal te hebben verbruid.
Waar mensen thuis de kachel niet aanzetten, douchten in de sportschool en onder een deken televisie keken omdat ze de gasrekening niet konden betalen, zwemt de oliereus in het geld. Dankzij briljante strategische keuzes van topman Wael Sawan en zijn voorganger Ben van Beurden? Niet helemaal: Shell profiteert van de door de oorlog in Oekraïne hoog opgelopen olieprijs. Net als alle andere grote energiebedrijven.
Witte Huis Ook een bedrijf als ExxonMobil verdubbelde vorig jaar de winst, tot 56 miljard dollar. Reden genoeg om wat extra belasting te heffen, vinden ze zelfs in het Witte Huis. President Biden was deze week helemaal klaar met de ’stuitende’ winsten in de sector, en het beleid om die aan aandeelhouders uit te keren, in plaats van meer naar olie te boren en zo de benzineprijs te drukken: „Oliemaatschappijen hebben vergunningen om de productie te verhogen. In plaats daarvan kiezen ze ervoor de zakken te vullen van directeuren en aandeelhouders.
” Eerder verweet hij ExxonMobil al ’meer winst te maken dan Onze-Lieve-Heer’.
In de Nederlandse politiek is de verontwaardiging vergelijkbaar. Minister Jetten (Energie) is ’steil achterover gevallen’ van de hoge winsten in de olie-industrie. „Je vraagt je dan af: hadden ze hun prijzen afgelopen jaar dan ook niet wat omlaag kunnen brengen?” De adviesprijs voor benzine stond in de eerste helft van vorig jaar historisch hoog, met een piek op €2,50, om na een belastingverlaging fors te dalen. Niettemin stroomt meer dan de helft van wat automobilisten aan de pomp betalen ook nu nog rechtstreeks naar de schatkist.
Alsnog wat extra winstbelasting innen kan niet, aldus Jetten, want Shell is uit Nederland vertrokken. „Als Shell hier nog gevestigd was hadden we een heel ander debat gehad”, aldus de D66-bewindsman. Toch lopen partijen als GL, PvdA, PvdD en Volt te hoop tegen Shell, en tegen de ’woekerwinsten’ die het bedrijf in hun ogen maakt. In de Europese Unie betaalde Shell vorig jaar 500 miljoen dollar overwinstbelasting: iets meer dan 1 procent van de totale winst.
Dat de voormalige ’Koninklijke Olie’, ooit de trots van de BV Nederland, nu van alle kanten de pijlen op zich gericht ziet – dat verbaast hoogleraar transitie en duurzaamheid Jan Rotmans (Erasmus Universiteit Rotterdam) helemaal niets. „De morele verontwaardiging over hoe het bedrijf opereert, hoe het het contact met de samenleving is verloren, die leeft al langer. Maar nu heeft zo ongeveer iedereen last van de hoge energieprijzen, behalve Shell.” Rotmans zou ’ook kwaad worden’: „Dit bedrijf verdient gewoon geld over onze ruggen.”
En dus hebben overheden wat hem betreft alle recht om extra belasting te heffen. „Er is een humanitaire ramp gaande in Oekraïne, en hier voelt iedereen pijn in de portemonnee. Het is niet meer dan normaal om een uitzonderlijk beroep te doen op Shell.”
Ook filosoof en duurzaamheidsdeskundige Floris van den Berg (Universiteit Utrecht) snapt dat de torenhoge winst van Shell oneerlijk voelt. „Omdat het oneerlijk ís.” Maar boos roepen dat ze extra belasting moeten betalen? „Dat is goedkoop scoren vanaf de zijlijn”, vindt hij.
Uiteindelijk, zegt Van den Berg, profiteert Shell van een structureel probleem dat door de politiek in stand wordt gehouden: „Een stelsel dat lage belasting faciliteert.”
Shell zelf weet zich van de prins geen kwaad. Het bedrijf benadrukte donderdag z’n groene investeringen, een totale belastingdruk van 13 miljard dollar én het feit dat het een Europese energiecrisis heeft helpen voorkomen door vloeibaar gemaakt gas, lng, naar het continent te verschepen.
Een moreel appel op Shell en co dan maar? De filosoof heeft er een hard hoofd in: „Shell wordt gestuurd door zijn aandeelhouders, en als puntje bij paaltje komt is geld voor hen belangrijker dan moreel het juiste doen. Daarin zijn ze niet heel anders dan de meeste andere mensen.”
Bij de Pride, bij het WK en zelfs bij abortuswetgeving roeren merken zich in het publieke debat. Volgens hoogleraar Peeter Verlegh doen ze dat niet louter voor een betere wereld: merkactivisme doet het goed op de arbeidsmarkt én bij investeerders. Volop reden om de vraag ‘Wat vindt ons merk?’ in de bestuurskamers op de agenda te zetten.
Goed om te zien dat u mogelijk anderen inspireert met onze journalistieke content. We vragen u enkel voor persoonlijk gebruik onze content te kopiëren, om geen inbreuk te maken op onze Algemene Voorwaarden. Vraag anders naar onze bedrijfslicenties via klanten@fdmediagroep.nl ###
Groentemerk Hak lanceerde deze maand haar ‘groene akkerplan’, waarin zij de landbouwsector aanspoort haast te maken met de omschakeling naar biologische teelt. Het is een voorbeeld van zogenoemd merkactivisme: ‘het publiekelijk innemen van een standpunt over een sociaal of politiek onderwerp, door een merk of iemand die met het merk geassocieerd wordt’. Activisme lijkt een gevestigde trend. Merken spreken zich steeds vaker uit, waarbij ze de controverse niet schuwen. Zo namen Victoria’s Secret en Levi’s in de VS stelling tegen strengere abortuswetten. En in Nederland kreeg HEMA tegengas over transgender-modellen in lingeriecampagnes.
Steeds meer wetenschappelijk onderzoek richt zich op merkactivisme. Recent onderzoek onder consumenten laat zien dat Nederlanders gematigd positief zijn over dit fenomeen: ruwweg een derde is voorstander, een derde is neutraal en een derde ziet het liever niet. Maar onder jongeren (18-35) en universitair opgeleiden is de waardering significant hoger.
De steun voor merkactivisme hangt sterk van het onderwerp af. Merken die stelling nemen over milieu, klimaat en mensenrechten krijgen steun van maar liefst 60 tot 70% van de consumenten. Dit neemt snel af bij meer omstreden onderwerpen als vluchtelingenrechten (37%), abortus (33%) en het slavernijverleden (31%). Dit laatste betekent niet dat het per se onverstandig is als merken zich hierover uitspreken: een merk met 10% marktaandeel kan veel winnen doort zich uit te spreken over een issue dat goed ligt bij 30% van de bevolking. Zeker als die 30% relatief veel mensen uit jouw doelgroep bevat.
Ook in nuchter Nederland Activisme geeft je merk kleur en kan consumenten trouwer aan je merk maken. Het grootste effect zien we bij werknemers. Internationaal onderzoek laat zien dat merken medewerkers binden door zich te richten op maatschappelijke doelstellingen. Dat geldt ook in ‘nuchter’ Nederland, en vooral voor jonge, hoogopgeleide mensen. Merkactivisme is dus een interessante strategie in de ‘war for talent’.
Toch werkt merkactivisme niet altijd – zo riep biermerk Brewdog juist veel weerstand op omdat het merk zich in campagnes uitsprak tegen het WK in Qatar, maar de wedstrijden wél uitzond in haar eigen cafés. Ook Gilette kreeg de wind van voren toen zij haar slogan ‘the best a man can get’ veranderde in ‘the best a man can be’ en ouders voorzag van allerlei adviezen over de opvoeding van hun zonen.
Waar moet een activistisch merk op letten? Onderzoek geeft drie belangrijke aanwijzingen. Ten eerste: ken je doelgroep, weet welke issues zij van belang vinden. Nike’s campagne met Colin Kaepernick is een voorbeeld. De American football-ster ageert al jaren tegen (politie)geweld tegen zwarte Amerikanen. De campagne met Kaepernick sloot aan bij de mening en identiteit van progressieve consumenten, die het leeuwendeel van de Nike-producten kopen. Conservatieve Amerikanen staken op social media uit protest hun Nikes in brand: dit deed het merk geen pijn, integendeel, de omzet nam zelfs toe.
En wat geldt voor consumenten, geldt nog sterker voor werknemers. Een merk dat steun uitspreekt voor de LHBTI-gemeenschap zal een enkele conservatieve medewerker een wenkbrauw zien optrekken, maar raakt het hart van medewerkers die zich identificeren met deze groep.
Ten tweede: wees authentiek. Spreek je alleen uit over issues die passen bij je merkwaarden en producten. Dat is precies waarom Hak geloofwaardig campagne kan voeren voor biologische landbouw. Wees bovendien consistent in uitingen en gedrag. Mensen kijken nu eenmaal kritisch naar merken die stelling nemen in het publieke debat. Des te belangrijker is het dat je als activistisch merk je eigen zaakjes op orde hebt. Claims van Shell over schone energie roepen vragen én weerstand op, omdat zij in tegenstelling lijken tot het aanboren van nieuwe olievelden. Een merk profiteert pas van activisme als woorden en daden hand in hand gaan.
‘Wees authentiek en consistent. De claims van Hak zijn geloofwaardig, maar die van Shell roepen weerstand op’ Ook de juiste toon is essentieel. Wees niet belerend in je uitspraken (denk aan Gilette), werk samen met gerenommeerde stakeholders (zoals milieugroepen of vluchtelingenorganisaties) en lever een concrete bijdrage aan de oplossing. Het is belangrijk dat je als merk niet alleen roept, maar ook daadwerkelijk iets doet. Greenwashing of pinkwashing (de regenboogvlag hijsen en verder alles bij het oude laten) blijft zelden onopgemerkt.
Door je als merk uit te spreken over (en in te zetten voor) maatschappelijke issues kun je bijdragen aan een betere wereld én stakeholders voor je winnen. Want ook investeerders lijken steeds positiever te reageren op activisme. Langjarig onderzoek onder de S&P500 in de VS laat zien dat steeds meer bedrijven zich uitlaten over politieke onderwerpen (vaak via hun ceo) en dat aandelenmarkten hierop in het algemeen positief reageren. De resultaten suggereren echter ook dat de response minder positief wordt wanneer de uitlatingen té uitgesproken zijn. Investeerders lijken dus wat gematigder dan medewerkers en consumenten, maar zijn positief genoeg om de vraag ‘Wat vindt ons merk?’ serieus in de bestuurskamer op de agenda te zetten.
Over data als het nieuwe goud, progressieve en conservatieve stromingen die meer botsen dan ooit en duurzaamheid als nieuwe hygiënefactor.
TREND PROOF
Nieuwe groep opkopers graait in de vette pot voor digitale marketing
Een nieuwe groep opkopers neemt flinke happen uit de markt van marketing en bijbehorende technologie. Ze zorgen, vaak met geld van private equity, voor flink wat concurrentie voor de oude reclamereuzen en adviesfirma’s die al voor miljarden aan marketingbureaus bij elkaar kochten.
Alleen al in Nederland en België gaat het om een indrukwekkende stoet. Het Amsterdamse Dept, inmiddels zo’n 3500 werknemers groot, was een van de eerste nieuwe bureaugroepen. Daarna volgden groepen als iO, Candid, Ace, Happy Horizon, Loyals Group, Springbok, 4NG, United Playground en S4 Capital van reclamebaas Martin Sorrell. Het aantal overnames kwam de afgelopen vijf jaar ver boven de honderd uit.
De nieuwe groepen nestelen zich tussen de bestaande grootmachten. Dat zijn de oude reclameconcerns als WPP, Omnicom en Publicis, die met een beursnotering vele honderden bedrijven in reclame, pr, design, marketing en technologie onder een dak brachten. En daarnaast de adviesfirma’s als Accenture, Deloitte en Cognizant, die afgelopen tien jaar met zevenmijlslaarzen de marketingwereld binnen denderden en miljardenbedrijven neerzetten.
De koopwoede kent één alles overkoepelende oorzaak: digitalisering van de marketing. Decennialang wisten adverteerders hun klanten prima te bereiken via tv-commercials, billboards en papieren advertenties. Diezelfde consumenten brengen nu hun tijd grotendeels door op sociale media, websites en andere digitale platformen. Daardoor roken nieuwe partijen uit de advieswereld en technologie hun kans om een greep te doen uit de rijkgevulde pot voor digitale marketing en technologie.
‘Biljoenenmarkt’ De nieuwe bureaugroepen hebben hun wortels in de digitale wereld. Zelf noemen zij zich digital natives, iets wat de oude reclameconcerns volgens hen niet zijn. Ze zetten producten neer als een virtuele showroom met 3D-geanimeerde kledingstukken voor een modeconcern, of een onlineboekingssysteem gecombineerd met een check-in systeem, zodat vakantievierders met een digitale sleutel hun vakantieverblijf in kunnen.
De nieuwe bureaugroepen hebben hun wortels in de digitale wereld, zij noemen zichzelf digital natives Dept bijvoorbeeld, komt voort uit de Delftse websitebouwer Tamtam. ‘Daar bedacht een groepje in 2015 dat het zinvol zou zijn om technologie te koppelen aan marketing, omdat best veel klanten vroegen om aanpalende diensten’, aldus ceo Dimi Albers. Het gaat volgens hem om een biljoenenmarkt voor het bereiken en bedienen van klanten en het bouwen van de digitale infrastructuur die daarvoor nodig is.
Daarvoor moesten andere disciplines worden toegevoegd. Met de financiële turbo van eerst de Nederlandse investeerder Waterland, en later het Amerikaanse Carlyle, heeft het bedrijf sinds 2015 meer dan dertig overnames gedaan. De helft van de omzet van zo’n €500 mln komt inmiddels uit hun Amerikaanse markten. Naast Europa en Amerika is Dept eind vorig jaar ook van start gegaan in Azië. Want de klanten vragen niet alleen om meerdere disciplines, maar ook dat Dept zijn diensten elders in de wereld kan bieden. Binnen tien jaar wil het Nederlandse Dept zich kunnen meten met buitenlandse miljardenbedrijven als WPP of Accenture Song.
Na Dept merkten ook andere partijen dat grote klanten behoefte hadden aan een brede aanbieder voor alle marketing- en digitale commerciële diensten, die ze zou verlossen van de versnipperde aansturing van tientallen gespecialiseerde bureautjes. Terwijl ze tegelijkertijd wel toegang wilden houden tot superspecialisten die om wisten te gaan met snelle veranderingen als de metaverse, influencer marketing of data-analyse. De bureau-opkopers zoeken daarom naar de balans tussen een breed en geïntegreerd dienstenaanbod en het gespecialiseerde en het ondernemende van de kleinere bureaus.
Verschillende routes Zij kiezen daarbij allemaal hun eigen route. ‘In de markt waren er twee smaken’, zegt Ruud Wanck van Candid Platform. ‘De grote holdings met daaronder honderden verschillende bureaus met veel kennis, maar versnipperd. En de partijen die alles fuseren tot één merknaam. Het nadeel van het fusiemodel is dat het lastig te voorkomen is dat alles naar een gemiddelde gaat.’
Candid, dat een omzet heeft van €150 mln, zit daar volgens hem tussenin. Het platform wil dat de overgenomen bedrijven hun ondernemende geest en cultuur houden, en probeert het aantal bedrijfsnamen per markt te beperken tot tussen de vijf en tien. ‘Het worden geen ministeries en klanten behouden direct toegang tot de ondernemers.’ Dat betekent dat er af en toe namen verdwijnen; zo ging het Nederlandse XXS op in het Britse Creature en Daily Dialogues en Havana Harbor in Positive.
De ondernemers van de overgenomen bureaus hebben een aandelenbelang in het overkoepelende platform en investeren mee in de groei van het bedrijf, waardoor Candid als enige overnames doet zonder private equity. ‘Wij doen het wat langzamer en wat behoudender’, zegt Wanck. Het bedrijf probeert per markt een bepaalde massa te krijgen. Eerst in Europese markten, maar nu wordt ook de stap gemaakt naar de Verenigde Staten.
De ondernemers van de overgenomen bureaus hebben een aandelenbelang in het overkoepelende platform en investeren mee in de groei van het bedrijf
Eén team
Vanuit België hangt iO — met ongeveer dertig overnames sinds 2019 — een andere filosofie aan. ‘We bouwen geen bureaugroep maar één bedrijf’, zegt oprichter Pieter Janssens. Al die bedrijven worden samengesmolten tot één bedrijf. ‘We werken als één team met één winst- en verliesrekening’, zegt Janssens. Hij wil voorkomen dat mensen, als ze allemaal werken voor een ander bureau met een eigen resultatenrekening, elkaar vliegen af gaan vangen.
Ook iO heeft de afgelopen jaren een enorme sprint getrokken, van € 25 mln omzet in 2019 naar € 250 mln dit jaar. Maar anders dan zijn collega’s bij Dept heeft Janssens niet de ambitie om te concurreren met mastodonten zoals WPP of Accenture. Hij mikt niet op de klanten zoals Netflix of Google, maar op wat hij noemt ‘nationale helden’ zoals Eneco en Vattenfall.
Dat het bijeen kopen van een groot aantal bureaus zonder rigoureuze integratie risico’s met zich meebrengt, demonstreerde S4 Capital, het marketingbedrijf van reclamegrootheid Martin Sorell. Het supersnel gegroeide moederbedrijf van het Nederlandse Mediamonks moest eerder dit jaar de publicatie van de jaarcijfers over 2021 twee keer uitstellen vanwege boekhoudproblemen. Later kwam daar nog een winstwaarschuwing overheen. Het in Londen genoteerde aandeel is dit jaar meer dan de helft van zijn waarde kwijtgeraakt.
Nieuw Mad Men-era De toekomst zal uitwijzen welke strategie het meeste succes heeft. Voorlopig is er nog genoeg ruimte in de markt om te groeien, meent Janssens. ‘We hebben in de Benelux 28 overnames gedaan, maar we hebben wel tweehonderd bedrijven benaderd. Het is nog steeds een versplinterde markt.’ ‘Er zijn nog ongelooflijk veel sterke individuele bureaus’, zegt ook Wanck van Candid.
Ook het aanbod van bureaus groeit. ‘Er is een generatie ondernemers die vijftien of twintig jaar geleden is begonnen, en die toe is aan een andere uitdaging of hun schaapjes op het droge willen brengen’, merkt Albers van Dept. Ook de noodzakelijke investeringen in allerlei nieuwe technologieën maakt dat ondernemers eerder bereid zijn om hun zelfstandigheid op te geven. ‘In 2005 kon ik in mijn eentje nog een website bouwen’, zegt Janssens. ‘Nu zijn veel meer vaardigheden vereist’.
Ook de noodzakelijke investeringen in allerlei nieuwe technologieën maakt dat ondernemers eerder bereid zijn om hun zelfstandigheid op te geven
Nu iedereen probeert alle disciplines te verzamelen zal het voor die groepen opnieuw zaak worden om zich te gaan onderscheiden. ‘Ik denk dat weer een Mad Men-era aanbreekt’, zegt Wanck van Candid. Daarmee verwijst hij naar de Netflix-serie die teruggrijpt op de bloeitijd van Madison Avenue in New York, de straat waar alle grote reclamebureaus waren gevestigd. ‘Creativiteit zal weer het onderscheidende element worden.’
Deze koopkrachtcrisis is niet van vandaag of gisteren, maar wortelt in bijna veertig jaar pamperen van de aandeelhouder”, argumenteren Marijnissen en Engelen.
OPINIE Lilian Marijnissen en Ewald Engelen
De Tweede Kamer debatteert deze dinsdag over het thema dat Nederlanders volgens onderzoek van De Telegraaf het meest bezighoudt: koopkracht. Lilian Marijnissen en Ewald Engelen vinden dat de koopkrachtcrisis vraagt om ’een nieuwe balans tussen arbeid en kapitaal’.
Door de scherp gestegen energie- en voedselprijzen dreigt een groeiend aantal Nederlanders financieel in de knel te komen. Volgens het Nibud komt nu al 38 procent van de huishoudens moeilijk tot zeer moeilijk rond. We hebben het dan over ruim 2,5 miljoen gezinnen.
Terwijl de winsten van het beursgenoteerde bedrijfsleven hoger zijn dan ooit, de uitkeringen aan aandeelhouders eveneens, de kloof tussen wat de top mee naar huis mag nemen en wat de werknemers op de werkvloer krijgt nog nooit zo diep is geweest en grote bedrijven bijna nog maar de helft aan winstbelasting betalen ten opzichte van 1980, zo leert recent onderzoek van het Amsterdamse onderzoeksbureau SOMO.
Ondertussen wordt door sommigen het stagflatie-spook van de jaren zeventig weer opgeroepen. Net als toen zou ook nu de inflatie worden aangewakkerd door te hoge looneisen, leidend tot nog hogere prijzen en nog weer hogere looneisen: de fameuze loon-prijsspiraal van die jaren.
Maar in plaats van flink hogere lonen, zien we vooral fors hogere prijzen. De winstuitkeringen aan aandeelhouders blijven onverminderd hoog waardoor een hoge inflatie wordt aangewakkerd, terwijl steeds meer mensen hun rekeningen niet kunnen betalen. Vrijdag maakte het kabinet bekend dit jaar ook niets meer te gaan doen aan de koopkrachtcrisis. Zo gaan daarmee willens en wetens miljoenen hardwerkende Nederlanders onder de bus.
Er is een andere weg uit deze koopkrachtcrisis. Demp de prijsstijgingen voor energie, levensmiddelen, vervoer en huur. Verhoog de lonen, AOW en uitkeringen. En haal het geld daar waar het zich bevindt: bij het beursgenoteerde bedrijfsleven. De twee coronajaren zijn een bonanza geweest voor het grootbedrijf. Het wordt tijd deze woekerwinsten weg te belasten en te verdelen onder de huishoudens die het meest onder de koopkrachtcrisis lijden. We deden het samen, toch!
Maar er is meer. Deze koopkrachtcrisis is niet van vandaag of gisteren, maar wortelt in bijna veertig jaar pamperen van de aandeelhouder. De machtsbalans tussen arbeid en kapitaal is volkomen uit evenwicht geraakt. Je kunt het aflezen aan de ontwikkeling van dat deel van de waarde die bedrijven produceren dat wordt uitgekeerd als loon. Dat is teruggevallen van negentig cent per euro naar iets meer dan zeventig cent per euro. Dat komt neer op ruim €60.000 voor iedere werknemer aan misgelopen loon.
Het is tijd voor een fundamenteel andere economie, met een nieuwe balans tussen arbeid en kapitaal. Dat begint wat ons betreft met het terugdraaien van de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt. En eindigt met nieuwe gedragsregels voor het bedrijfsleven.
Belastingparadijs
Verbied het publiceren van kwartaalcijfers. Stop de inkoop van eigen aandelen. Laat werknemers meedelen in de winst. Geef de ondernemingsraad zeggenschap over de hoogte van de uitkeringen aan aandeelhouders. En geef haar het laatste woord over de hoogte van de bonussen voor de top. En vooral, ontmantel het Nederlandse belastingparadijs dat grote bedrijven in staat stelt via een kerstboom van bv’tjes hun plichten te ontlopen: wie in Nederland onderneemt, betaalt ook in Nederland belasting.
Lilian Marijnissen is fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer;
Ewald Engelen is hoogleraar Financiële Geografie en publicist
Zeeman: inzameling tweedehandskleding in alle winkels
In alle 460 Zeeman-winkels in Nederland kan voortaan tweedehandskleding worden ingeleverd. Een proef in vijftig winkels is een succes, meldt de discounter.
Het ingezamelde textiel gaat naar kringloopwarenhuis Het Goed. Deze sociale onderneming heeft dertig vestigingen en vijf textielsorteercentra.
Een deel ervan wordt doorverkocht in zes winkels van Zeeman: in Nijmegen, Nieuwegein, Amsterdam, Alphen aan den Rijn, Den Haag en Maastricht. Vorig jaar kregen zo ruim 20 duizend stuks tweedehandskleding een nieuwe eigenaar.
Bedrijven kunnen geen commerciële activiteiten meer ontplooien zonder zich rekenschap te geven van de ethische implicaties daarvan. Een nieuwe generatie werknemers verwacht niet alleen een inclusieve werkomgeving, maar ook dat hun werk een positieve impact heeft op de maatschappij. De oorlog in Oekraïne brengt de dilemma’s nog scherper in beeld.
In het kort
Bedrijven kunnen niet meer om de ethische implicaties van hun activiteiten heen.
Een nieuwe, diverser samengestelde generaties werknemers is daar actief mee bezig.
Meer diversiteit, ook in cultureel opzicht, is ook een puur zakelijk belang.
Bij Deloitte is die omslag al in volle gang, zegt Liesbeth Mol, bestuurder van de Nederlandse tak en ‘Ethical Officer’ voor Europa. De gemiddelde leeftijd bij de accountants- en adviesfirma is 32 en 30% van het personeel komt uit een ander land. ‘We hebben met onze medewerkers een heel actieve dialoog over “the company we keep”, oftewel: welk werk doen we voor welke klanten? Er komen elke week superinteressante dilemma’s langs. Daar gaan we de komende tien jaar nog grote stappen in zetten.’
Ze noemt de mode-industrie, die het zelfbeeld van jonge vrouwen ondergraaft met al te slanke modellen. De tabaksindustrie laat zien dat de context per land verschilt. ‘In het Midden-Oosten is tabak minder beladen, maar alcohol juist wel. Je moet het niet te eng zien.’ Ook over het klimaat en de wapenindustrie staan lastige discussies voor de deur. ‘We trekken nu de grens bij illegale activiteiten. Maar wat doe je met een klant die bewust het milieu vervuilt?’ Het gesprek vindt plaats voor de Russische inval. Mol laat naderhand weten dat Deloitte alle afspraken met klanten die banden hebben met Rusland ‘identificeert en beoordeelt’, maar geen opdrachten heeft die in strijd zijn met de sancties. ‘Dit is bij uitstek een situatie waarin dialoog met alle betrokkenen nodig is.’
Fles drank mee? Kwetsend
De fiscaal econoom, die zich al meer dan tien jaar actief bezighoudt met ethische vraagstukken, heeft meteen na de schandalen bij The Voice en Ajax gesprekken op gang gebracht over grensoverschrijdend gedrag, in kleine groepjes. ‘Buiten praat iedereen er toch over. Het is zo waardevol om dat ook intern te doen.’ Normafwijkend gedrag ligt vaak genuanceerder dan bij die affaires naar buiten kwam, zegt ze. ‘Zogenaamd leuke opmerkingen. Of een fles drank mee naar een etentje bij collega’s. Voor mensen die geen alcohol drinken, is dat kwetsend.’
Deloitte beschikt over een arsenaal aan protocollen om ongewenst gedrag tegen te gaan. Partners en medewerkers moeten zich houden aan waarden waarin respect en eerlijke behandeling centraal staan. Het bedrijf stimuleert een ‘Speak Up-cultuur’ en traint leidinggevenden om ontsporingen te herkennen. Er zijn drie vertrouwenspersonen en 25 zogenoemde integriteitsambassadeurs.
Desondanks blijft grensoverschrijdend gedrag volgens Mol een ‘fact of life’ bij een bedrijf met 7200 werknemers. Over 2020/21 rapporteerde het bedrijf 64 incidenten, waarvan 25 wegens ongelijke behandeling en vijf wegens (seksuele) intimidatie. Volgens Mol is het geloof in concrete actie na een melding hoog. Toch liet een peiling zien dat sommige medewerkers hun mond houden. ‘Er is toch angst voor repercussies, of om uit het team te vallen, al leggen we nog zo de nadruk op een veilige en inclusieve cultuur.’
Diversiteit in slakkengang
Inclusiviteit staat voor Mol niet los van het streven naar meer vrouwen in de top. Diversiteit, ook in cultureel opzicht, is ook een puur zakelijk belang, mede met het oog op de oorlog om talent. Toch verloopt dit proces volgens een recent rapport van Deloitte nog steeds met een ‘slakkengang’. Mondiaal wordt 19,7% van de bestuurszetels bezet door vrouwen, 2,8 procentpunt meer dan in 2018.
In Nederland ging het van 23% naar 28,6%. Volgens Mol is dat nog steeds geen eerlijke verdeling. Bij Deloitte zelf is het aantal vrouwelijke partners sinds 2018 verdubbeld tot 21%. ‘Het streefcijfer van 25% in 2025 gaan we halen, maar het gaat mij nog steeds te langzaam. Eigenlijk moeten we van die targets af, maar ik zou opnieuw willen verdubbelen naar 40% in 2030.’
De tussenspurt bewijst volgens Mol dat aandacht en training vruchten afwerpen. ‘Er is nu zoveel bewustzijn over vooroordelen en de noodzaak om te luisteren naar wat vrouwen nodig hebben. Anders hou je ze ook niet vast en krijg je de pijplijn naar hogere functies niet gevuld.’
Deloitte onderwerpt alle leidinggevenden — man én vrouw — aan een beoordeling van hun vermogen om op een inclusieve manier leiding te geven, met de bedoeling om ze bewust te maken van hun vooroordelen. Mol zegt niet te bespeuren dat (mannelijke) partners hier niet volledig achter staan. ‘Dit kun je niet meer niet willen.’
Van Black Friday naar Fair Friday: deze merken doen het gelukkig anders
Het is weer die tijd van het jaar: de inboxen worden volledig overspoeld met Black Friday-aanbiedingen. Black Friday is de traditie die is overgewaaid uit Amerika en volledig in het teken staat van kopen, kopen, kopen. Maar er waait ook al een tijd een duurzame wind. Deze bedrijven pakken het anders aan tijdens Black Friday.
BLACK FRIDAY IS COMING! NU DEALS TOT WEL 60%! KORTINGSKNALLERS OP BLACK FRIDAY!
De term Black Friday stamt al uit 1965 en verwijst traditioneel naar de verkeersdrukte op de dag na Thanksgiving. Het valt daardoor dus altijd op de derde vrijdag in november en is langzaam uitgegroeid tot de start van ‘het seizoen voor de kerstaankopen’. Er waait echter ook al een tijdje een andere, duurzame tegenwind: steeds meer consumenten hebben hun bedenkingen bij het vele kopen en ook bedrijven maken steeds vaker een statement tegen het aanjagen van massaconsumptie. Volgt er na vliegschaamte nu ook koopschaamte? Een paar mooie en inspirerende voorbeelden van merken die het anders doen tijdens Black Friday.
1. Ikea spoelt terug
Ikea is normaal gezien niet vies van koopjes, maar draait het nu om: de Zweedse meubelfabrikant roept haar klanten op om oude Ikea-meubels in te leveren zodat deze opnieuw verkocht kunnen worden in de ‘circular hub’ (voorheen de koopjeshoek). Voor de ingeleverde meubels ontvangen Ikea-klanten een kortingsbon die ze weer kunnen inleveren voor nieuwe spullen. Ikea blijft echter ook koopjes aanbieden dit jaar. Maar het is goed om te zien dat een groot bedrijf als Ikea zich inzet voor meer bewustwording rondom het kopen om het kopen. En als Ikea het kan…
2. Repareren kun je leren (of gratis laten doen)
Waarom iets nieuws kopen als je eigen product langer meegaat? Ook outdoorgigant Bever maakt dit jaar een statement tegen Black Friday. In plaats van kortingen geven stimuleert de keten haar klanten om de spullen die ze al hebben langer te gebruiken, door deze goed te onderhouden en op de dagen rond Black Friday gratis te repareren. ‘Voor een langere levensduur van je producten, For Future Fridays’.
Ook outdoormerk Patagonia zou Patagonia niet zijn als ze er dit jaar opnieuw op aandringen om vooral minder producten van Patagonia (en in het algemeen) te kopen. Deze boodschap past natuurlijk bij hun missie: ‘We are in business to save our home planet’. Patagonia geeft regelmatig onderhoudstips zodat hun kleding langer meegaat en heeft mensen in dienst die hun producten repareren. Ook de lancering van ‘Worn Wear’ past in deze missie, een soort marktplaats voor Patagonia spullen. De ‘Director of Philosophy’ van Patagonia zei hierover in een recent interview met Vogue: ‘Onze nadruk deze feestdagen zal liggen op Worn Wear en DIY-reparaties. We maken veel nieuwe kleding, maar de boodschap die we willen benadrukken – vooral in een tijd van het jaar waarin mensen zich gedwongen voelen veel spullen te moeten kopen – is dat er een alternatief is. Dat kan op deze manier: met tweedehands en upcycled kleding.”
3. Duurzame must have: een circulaire fiets van Roetz
Circulair fietsenmerk Roetz, gevestigd in Amsterdam-Noord, is een voorbeeld van een klein bedrijf dat het anders aanpakt tijdens Black Friday. Het hele jaar door verkopen ze al fietsen die gemaakt zijn van onderdelen van oude, afgedankte fietsen en fietsmaterialen. In de fabriek staan showroomfietsen die alleen gebruikt worden voor testritjes. En hoewel ook deze gemaakt zijn van oude fietsen en dus al hergebruikt worden, kunnen ze prima nog eens gebruikt worden: door een nieuwe eigenaar. Roetz roept haar volgers op concrete, duurzame tips te delen via Instagram (hergebruiken van kleren, regenwater opvangen, enzovoorts) zodat een groot publiek in de dagen rondom Black Friday wordt geïnspireerd duurzamer te leven. Vervolgens wordt onder de deelnemers een (showroom)fiets verloot. Als dat niet inspirerend werkt… Roetz heeft zich voor deze actie aangesloten bij Social Enterprise, die voor duurzame acties #FairFriday in het leven heeft geroepen om een tegengeluid te laten horen.
4. Oh My Bag
Amsterdams merk Oh My Bag heeft dit jaar voor het eerst besloten om niet mee te doen aan Black Friday. Eerder doneerden zij de inkomsten van deze dag aan sociale doelen, maar dit jaar hebben ze besloten om het helemaal over te slaan. In plaats van iets nieuws te kopen, moedigt het merk haar klanten aan om iets terug te doen. Dit doen ze door op hun website de mogelijkheid te bieden een tweedehands tas te kopen en klanten die oude tassen van het merk hebben liggen vragen ze die te komen inleveren in ruil voor een tegoedbon. Daarnaast blijft Oh My Bag 1% van de jaarlijkse omzet doneren aan de projecten die zij al eerder steunden.
5. Geen rij voor de kassa, maar bomen planten
Bij Stichting Trees for All geven ze liever terug aan de aarde. Daarom hebben ze Black Friday omgedoopt tot Green Friday en planten ze op ‘de zwartste dag van het jaar’ extra veel bomen. Dit doen zij samen met deelnemende bedrijven als Dille & Kamille, Decathlon en een heleboel duurzame merken zoals Innocent en Dr. Hauschka.
Stichting Trees for All kwam vorig jaar al met dit alternatief voor Black Friday. Bedrijven die zich aansluiten sporen ze aan om hun logo op groen te zetten in de periode dat de koopjesjacht open is. Dit laat zien dat ze geen kortingen aanbieden (tenzij het om duurzame producten gaat).
De stichting moedigt bedrijven aan zich aan te sluiten. Dat kan via deze link. Ga op Black Friday ook op Groen!
En tot slot: koop gewoon NIKS
Wel iets willen kopen, maar na het lezen van dit artikel liever niet bijdragen aan de steeds grotere hoop spullen in de hoek van je woonkamer? Koop dan… NIKS. Dat kan via deze link. NIKS is een bijdrage aan Greenpeace die je cadeau kan doen of krijgen.
Zijn er nog meer merken of organisaties die volgens jou in dit rijtje horen? Laat het weten in een reactie onder dit artikel.
Supermarktketen Deen sluit zondag in Heemskerk haar laatste winkel en verdwijnt daarmee na zeker 88 jaar uit het Nederlandse straatbeeld. Deen werd onlangs verkocht aan Albert Heijn, Vomar en DekaMarkt.
Wie gewend was de boodschappen bij de Deen te doen, heeft daar nu waarschijnlijk een Albert Heijn voor in de plaats gekregen. Bijna de helft van de tachtig Deen-winkels die eerder dit jaar verkocht werden, kwam in handen van de grootste supermarktketen van Nederland. 23 winkels gingen naar Vomar en 19 naar DekaMarkt.
Met het vertrek van Deen verdwijnt opnieuw een bekende super uit het straatbeeld. In de afgelopen tien jaar verdwenen C1000, Super de Boer, EMTÉ, Agrimarkt, Bas van der Heijden, Digros, Troefmarkt en Pryma. Binnenkort zal ook de Coop niet meer te vinden zijn: die keten gaat waarschijnlijk begin 2022 op in de Plus.
De hoeveelheid afvallers laat zien hoe moordend de concurrentie is in de supermarktwereld. Er komen vaak fusies en overnames voor, om zo tot een concurrentievoordeel te komen. Lang niet alle supermarkten hebben diepe zakken en bundelen daarom de krachten of laten zich opslokken door een grotere partij. Deen is daar ook een voorbeeld van.
De formule begon in 1933 als kruidenierswinkel in Hoorn en genoot vooral in Noord-Holland succes. Verder had de super ook winkels in Flevoland, Gelderland, Overijssel en Utrecht. De keten was goed voor een marktaandeel van zeker 2 procent.
De overheid en het bedrijfsleven richten zich steevast op economische groei. Als de economie groeit, wordt alles beter. Maar klopt die aanname wel? En kan het ook anders?
De zucht naar economische groei zit tot diep in de haarvaten van de maatschappij. Maar waarom eigenlijk? Gaat meer economische groei helpen om problemen als klimaatverandering en ongelijkheid op te lossen?
Waarom worden de mensen in Westerse landen ongelukkiger, zelfs als het BNP groeit? VPRO Tegenlicht maakt een tocht langs denkers en doeners die kritische vragen stellen bij de eeuwige economische groei.